Ga naar de inhoud

Doe niet zo therapeuterig!

    Uit het leven van een therapeut:

    Ik sta in de keuken en ik wil even snel mijn handen wassen, terwijl mijn partner daar bezig is het eten klaar te maken.

    Ik vraag nog net “Mag ik even?”, maar zonder het antwoord af te wachten, steek ik mijn handen al onder de kraan. Ik zie er totaal geen kwaad in en vind het wel gezellig, even samen zo rommelen in de keuken.

    Maar mijn partner voelt zich opzij geschoven en reageert fel: “Waarom wacht je niet even tot ik antwoord geef of opzij ga? Je ziet toch dat ik hier sta?”

    Ik antwoord terug: “Het is niet mijn bedoeling om over je grenzen te gaan. Ik vind het gewoon gezellig om bij je te staan. Ik heb een goede intentie. Als je die ziet hoef jij je niet zo aangesproken te voelen. En ik zou het fijn vinden als je op een vriendelijkere manier aangeeft wat je niet leuk vindt, dan kan ik mijn best doen om eraan te denken en het anders te doen.”

    Mijn partner reageert geïrriteerd: “Doe niet zo therapeuterig! Ik ben geen cliënt van je.”

    Oeps…

    Dit is de valkuil van een therapeut, nietwaar? Je bent zo gewend om op een bepaalde manier met mensen om te gaan en voor je het weet gebruik je je therapeutenskills op mensen die geen cliënt zijn en dit ook helemaal niet willen!

    Het gebruik van therapeutentaal in persoonlijke relaties, vooral met een partner, kan problemen geven.

    Het kan een ongelijkheid creëren, waarbij één partner zich meer als een cliënt dan als een gelijkwaardige partner voelt. Dit kan leiden tot gevoelens van minderwaardigheid of de partner kan in de verdediging schieten.

    Ondanks dat deze professionele taal empathisch bedoeld is, kan overmatig gebruik juist een emotionele afstand creëren. Wanneer je partner voelt dat je in de ‘therapeutmodus’ zit, kom je niet meer spontaan en authentiek over. Je partner kan het gevoel hebben dat hij niet meer met een ‘echt’ persoon praat, maar met ‘de therapeut’.

    Een paar tips om hier mee om te gaan als je dit anders zou willen doen:

    Wees je bewust van je taalgebruik en de momenten waarop je mogelijk in de therapeutmodus stapt.

    Zorg ervoor dat de communicatie tweerichtingsverkeer is, waarbij jullie je allebei vrij voelen om je uit te spreken en te luisteren. Vermijd dat het gesprek gaat lijken op een sessie, doordat je vaktaal gebruikt.

    Vraag je partner je erop te attenderen als je weer de neiging hebt om in dergelijk taalgebruik of een bepaalde houding te vervallen.

    Als je merkt dat je dit toch lastig vindt, overweeg dan persoonlijke therapie of supervisie om een goede balans in je relatie te behouden.