Ga naar de inhoud

Hypnotherapie en het brein

    Barbelo Uijtenbogaardt

    Hypnotherapie en het brein

    Ik, Barbelo, startte 30 jaar geleden in het AMC medische hypnose en ontdekte bijvoorbeeld dat fantoompijn met visualiseren minder kon worden. Ook ontdekte ik daarbij dat de mate van rouw, die erbij ervaren wordt, de heftigheid van de fantoompijn beïnvloedt.

    Kinderen die ‘met een koptelefoon op’ muziek luisterden tijdens een pijnlijk onderzoek hadden veel meer pijn dan kinderen die tijdens een dergelijk onderzoek visualiseerden (imaginair) lekker op het strand te zijn of voetbal te spelen.

    Door ontspanningsoefeningen met kinderen te doen kon pijn en angst worden verminderd en een prikfobie hanteerbaar worden.

    Ik liet bij het kind na de ontspanningsoefening in trance een kleur opkomen vanuit het meest ontspannen plekje in het lijf, waarna deze kleur pijnreducerend kon werken in een pijnlijk gebied van het lichaam.

    Kinderen gaven effecten van pijnvermindering aan op een pijnschaal van 0-100: van 90 naar 60 of 50 en na een paar keer oefenen naar 30. Dit lukte ook bij kinderen met botkanker. Een kind ervoer een vermindering van 90 > 30 waardoor het weer kon spelen, terwijl het toch ernstig ziek was.

    Een ander kind dat door de gangen rende om maar niet geprikt te hoeven worden, kon door de kleur die opkwam vanuit het meest ontspannen plekje in het lijf zijn pijnreductie zelf doen, terwijl hij naar zijn buik ademde tijdens het prikken en de kleur liet opkomen. Het kind had een enkele minuut nodig zich dit allemaal voor te stellen. Hij mocht bepalen wanneer er geprikt werd en had weer de regie over zichzelf.

    Ik ontdekte dat door imaginair de hersenverbindingen met lichaamsonderdelen te verbeteren of van kleur te veranderen, dat een lichaamsdeel beter kon functioneren. Dit was bijvoorbeeld het geval bij de vrouw met Guillain-Barre syndroom, die tijdelijk hierdoor verlamd was. Ze kwam bij Barbelo wankelend als een ‘duikelaarspop’. Ze leerde via visualiseren zich voor te stellen dat ze het contact tussen de hersenen en haar ledematen kon verbeteren. Ze verbeterde de verbinding door zich deze ononderbroken voor te stellen en de zenuwverbindingen een betere kleur te geven. Zij hervond het vertrouwen in haar eigen lijf en liep na enkele afspraken weer gewoon.

    Kinderen en buikklachten: ik deed in de jaren eind ’80/begin ’90 een pilot studie met zes kinderen. Vijf van de zes kinderen waren in drie maanden klachtenvrij. Dit resultaat werd behaald door het herhaaldelijk doen van ontspanningsoefeningen. Aan het einde van deze ontspanningsoefeningen ontving het kind een korte visualisatie van een beleving op een prettige plek of de kleur die pijnreducerend was, opkomend vanuit het meest ontspannen plekje in het lijf.

    Kinderarts Arine Vlieger heeft in samenwerking met hypnotherapeuten momenteel mooie protocollen ontwikkeld voor kinderen met buikklachten (zie het tv programma ‘Hypnose op recept’). Deze worden nu gehanteerd in Academische Ziekenhuizen.

    Heeft je kind buikklachten dan heb ik binnenkort oefeningen die je kunt downloaden: www.barbelo.nl  (een oefening meer voor de psyche en een oefening meer voor het lichaam). Deze oefeningen werken allemaal op het brein en dus op lichaam en geest.

    Ik ben erg blij met het tv programma ‘Hypnose op recept’ en sta er ook helemaal achter dat het brein belangrijk is bij hypnose/hypnotherapie. Dit is tevens door neurologen bevestigd, onder meer door neuroloog Emile Keuter.

    Een aardig voorbeeld over hoe het brein werkt na het kinesthetisch werken met deelpersoonlijkheden: men is over het algemeen duizelig na een sessie en ziet in een enkel geval even dubbel. Dit is heel duidelijk een teken dat het brein de nieuwe informatie aan het verwerken is.

    Ik raad dan ook aan om na een hypnotherapiesessie niet direct in de auto te stappen, maar om een korte wandeling te maken om de hervonden balans in jezelf even de tijd te gunnen.

    Een ander heel speciaal voorbeeld van hoe het brein werkt: een cliënt werkt aan een thema en komt uit in een traumatische gebeurtenis. Het kind van drie zegt (oorspronkelijke overtuiging): ‘dit is te erg om te zien’. Het kind gaat letterlijk direct minder goed zien. Na het verwerken ervan hoeft de volwassene van nu zijn bril (-5) niet meer te dragen.

    Dit voorbeeld laat zien hoe wij onszelf met onze overtuigingen vanuit ons brein beïnvloeden, soms heel letterlijk.