Ga naar de inhoud

Overdracht en tegenoverdracht

    Overdracht en tegenoverdracht

    Overdracht en tegenoverdracht: hoe deze processen de interactie met je cliënt beïnvloeden

    In therapeutische sessies komt overdracht en tegenoverdracht regelmatig voor, ook als we het eigenlijk niet willen. Overdracht en tegenoverdracht is niet alleen van toepassing op de therapeut, maar ook op de cliënt.

    Wat betekenen deze termen, overdracht en tegenoverdracht, nou precies? En hoe beïnvloeden ze het verloop van een therapie? In deze blog leggen we de termen helder uit en onderzoeken we hun invloed op de therapeutische relatie.

    Wat is overdracht?

    Overdracht is het proces waarbij een cliënt onbewust gevoelens, verwachtingen of gedragingen die zij eerder in hun leven hebben ervaren, projecteren op de therapeut. Deze gevoelens zijn vaak gebaseerd op eerdere belangrijke relaties, zoals die met ouders, partners of andere invloedrijke figuren. De cliënt kan bijvoorbeeld de therapeut zien als een autoriteitsfiguur, een ouderfiguur of een vertrouwenspersoon die lijkt op iemand uit hun verleden.

    In de praktijk kan dit betekenen dat een cliënt gevoelens van liefde, woede, angst of afhankelijkheid naar de therapeut projecteert die eigenlijk niet specifiek met de therapeut te maken hebben. Dit kan heel krachtig zijn, omdat het de therapeut inzicht geeft in onbewuste patronen en emoties die de cliënt met zich meedraagt.

    Bijvoorbeeld: stel dat een cliënt opgroeide met een strenge ouder die veel controle uitoefende. Tijdens de therapie kan deze cliënt de therapeut als een soortgelijke autoriteit gaan zien, wat kan leiden tot gevoelens van rebellie of juist angst om iets verkeerd te doen. Deze overdracht is een belangrijk signaal voor de therapeut, die hiermee kan werken om de cliënt bewust te maken van deze patronen en hen te helpen om oude wonden of trauma’s te verwerken.

    Wat is tegenoverdracht?

    Tegenoverdracht gebeurt aan de kant van de therapeut. De therapeut projecteert dan onbewust zijn of haar eigen gevoelens en ervaringen op de cliënt. Net zoals de cliënt gevoelens uit het verleden kan overbrengen op de therapeut, kan de therapeut ook worden beïnvloed door eigen ervaringen en emoties.

    Dit kan positief zijn, maar het kan ook het therapeutische proces verstoren als de therapeut zich hier niet van bewust is. Bijvoorbeeld: een therapeut die zelf een moeilijke jeugd heeft gehad, kan onbewust te beschermend of bevooroordeeld worden als de cliënt over vergelijkbare problemen praat. Of de therapeut kan gevoelens van irritatie of frustratie ervaren bij een cliënt, zonder dat er een duidelijke reden voor is. Dit soort reacties kunnen hun wortels hebben in de persoonlijke geschiedenis van de therapeut en kunnen het therapieproces beïnvloeden.

    Hoe beïnvloeden overdracht en tegenoverdracht de therapie?

    De processen van overdracht en tegenoverdracht kunnen zowel uitdagingen als kansen bieden in therapie. Als een therapeut overdracht bij een cliënt opmerkt, kan dit inzicht geven in de onbewuste patronen van de cliënt. Het biedt een kans om dieper te graven in de dynamiek van oude relaties en hoe deze het huidige gedrag van de cliënt beïnvloeden. Door dit bespreekbaar te maken, kan de therapeut de cliënt begeleiden om deze oude patronen te doorbreken en een nieuwe manier van omgaan met emoties en relaties te ontwikkelen.

    Tegelijkertijd moet een therapeut alert blijven op tegenoverdracht. Wanneer een therapeut onbewust gevoelens projecteert op de cliënt, kan dit de objectiviteit en neutraliteit van de behandeling in gevaar brengen. Om dit te voorkomen, is het belangrijk dat therapeuten regelmatig zelfreflectie toepassen, supervisie zoeken en hun eigen gevoelens tijdens sessies in de gaten houden.

    Bijvoorbeeld, als een therapeut merkt dat hij zich emotioneel betrokken voelt bij een cliënt op een manier die niet professioneel is, kan dit een teken zijn dat er sprake is van tegenoverdracht. Het is dan belangrijk om deze gevoelens te erkennen en ermee om te gaan, zodat de therapie kan blijven focussen op het welzijn van de cliënt.

    Waarom is kennis van overdracht en tegenoverdracht belangrijk?

    Overdracht en tegenoverdracht zijn een natuurlijk onderdeel van elke menselijke interactie. In therapie kunnen ze zowel obstakels als hulpmiddelen zijn. Als ze goed worden herkend en behandeld, bieden ze waardevolle inzichten in hoe een cliënt omgaat met belangrijke relaties en emoties. Ze kunnen ook helpen om onbewuste overtuigingen en patronen bloot te leggen die anders moeilijk te identificeren zijn.

    Voor therapeuten is het belangrijk om hun eigen reacties tijdens sessies regelmatig te evalueren en bewust te zijn van mogelijke tegenoverdracht. Dit helpt om het therapeutische proces zuiver te houden en de cliënt te ondersteunen in hun groei.

    Hoe omgaan met overdracht en tegenoverdracht?

    Het effectief omgaan met overdracht en tegenoverdracht begint met bewustwording. Voor cliënten is het vaak verrassend en inzichtgevend wanneer ze ontdekken dat hun gevoelens tegenover de therapeut eigenlijk afkomstig zijn van oude ervaringen. Dit inzicht kan een doorbraak betekenen in therapie, omdat het de cliënt in staat stelt om oude patronen los te laten en op een nieuwe manier naar relaties te kijken.

    Therapeuten moeten zorgvuldig omgaan met tegenoverdracht door zichzelf regelmatig te evalueren en door supervisie te zoeken wanneer nodig. Dit zorgt ervoor dat de therapie in het belang van de cliënt blijft en dat de therapeut neutraal kan blijven in de begeleiding.

    Andere interessante onderwerpen over de therapeut-cliënt relatie:

    Rapport maken met je cliënt

    Voorbeelden uit de praktijk van een hypnotherapeut

    De ethiek die elke hypnotherapeut moet naleven