Na een hypnotherapie sessie vragen veel mensen zich af of ze wel in trance waren.
Dit is een veelvoorkomende vraag en ook een logische vraag, vooral als je het voor de eerste keer ervaart. Trance en hypnose heeft nog steeds het imago van een soort mysterieuze, diepe slaap.
In deze blog bespreken we wat hypnose of trance werkelijk is en hoe je kunt weten of je in trance was.
Wat is trance eigenlijk?
Laten we beginnen met het verduidelijken van waar we het precies over hebben. Het is een natuurlijke staat van bewustzijn die iedereen dagelijks ervaart. Trance is een ander woord voor hypnose.
Je kent wel die momenten waarop je zo verdiept bent in een boek of film dat je alles om je heen vergeet. Of het gevoel dat je krijgt wanneer je dagdroomt. Dit zijn allemaal vormen van lichte trance.
Tijdens trance leidt de hypnotherapeut je naar een staat van diepe ontspanning en focus. Je bent niet ‘weg’, maar je aandacht is sterk gericht op jezelf en je innerlijke beleving. Je kunt je bewust zijn van je omgeving en toch volledig gefocust zijn op je innerlijke wereld. Dit is de kern van trance: een verhoogde staat van concentratie en bewustzijn, waarin je meer openstaat voor suggesties en verandering.
De kenmerken van trance
Hier zijn enkele signalen die erop kunnen wijzen dat je in trance was:
- Diepe ontspanning: Je voelde je ontspannen, zowel mentaal als fysiek. Dit is een teken dat je geest en lichaam in trance waren.
- Veranderde tijdsbeleving: Je hebt het gevoel dat de tijd sneller of langzamer ging dan normaal. Dit komt vaak voor tijdens trance.
- Verminderde aandacht voor de buitenwereld: Je was minder bewust van geluiden en gebeurtenissen om je heen. Dit betekent dat je gefocust was op de sessie.
- Gevoelens van zweverigheid of lichtheid: Sommige mensen voelen zich licht of zweverig tijdens een sessie. Dit komt doordat je geest zich losmaakt van externe afleidingen.
Het belangrijkste om te onthouden is dat trance een spectrum is. Je hoeft niet diep ‘weg’ te zijn om profijt te hebben van een sessie.
Waarom je niet ‘weg’ hoeft te zijn
Een veelvoorkomend misverstand is dat je volledig moet zijn afgesloten van de wereld om in trance te zijn. Maar dit is niet waar. Hypnose werkt vaak juist het beste wanneer je nog enigszins bewust bent van wat er gebeurt. Dit maakt het mogelijk om de suggesties die de therapeut geeft, bewust te verwerken en te integreren.
In feite kunnen lichte trances net zo effectief zijn als diepe trances. Het belangrijkste is niet hoe diep je in trance gaat, maar hoe ontvankelijk je bent voor de suggesties. Als je openstaat voor verandering en bereid bent om de therapie te omarmen, kan zelfs een lichte trance grote resultaten opleveren.
Wat als je twijfelt?
Het is normaal om te twijfelen, vooral als je hypnose voor het eerst ervaart. Als je het gevoel hebt dat je niet in trance was, bespreek dit dan met je therapeut. Een goede hypnotherapeut stelt je gerust en legt uit dat de effectiviteit van hypnose niet alleen afhangt van hoe diep je in trance gaat, maar ook van je bereidheid om je open te stellen voor de ervaring.
Als je merkt dat je moeite hebt om in trance te komen, ga het dan vooral niet forceren: ‘Ik moet ontspannen!’ Dit werkt niet. Accepteer dat het op dit moment is wat het is. Hypnose is geen exacte wetenschap en wat voor de ene persoon werkt, werkt misschien niet voor de andere. Het belangrijkste is om geduld te hebben en open te staan voor verschillende benaderingen.
Wil je meer lezen over trance?
Deze blogs gaan hier ook over:
Wat is het verschil tussen trance en hypnose?